Hoe ervaart de dyslect een zin?
Leestekst: “Het schaap staat in de wei”.
De schapen staan in de wei met de lammetjes erbij.
Het schaap staat in de wei met een lammetje erbij.
Hoe de tekst gezien wordt kan heel divers zijn. De p kan zich ontpoppen als een q een b of een d.
Ook worden lettervolgorden omgedraaid.
Woorden waar geen plaatje van gemaakt kan worden, worden niet gezien.
Dat er dan nog een schaap en een wei uitkomt, is te danken aan de snelheid van de verwerking van de plaatjes en een flinke dosis fantasie.
Dit helpt hen bij het gokkend lezen.